Zonder gekkigheid
Waar maart de temperatuur omhoog liet waaien na de hevige storm, zorgt de eerste dag van april voor koude rillingen. Zo loop ik dus de ene week op mijn teenslippers door de boomgaard, om deze aansluitend om te ruilen voor stevige klompjes met dikke sokken. Dat is de natuur, daar leven wij samen van. Daar kun je maar voor een klein deel controle over hebben. Het mooiste van dit moment zjin misschien wel de lieve berichtjes van de mensen die aan ons denken en mij vragen of we ons zorgen maken over de vorst in de boomgaard.
Elk jaar weer en elk jaar is het toch anders. Voor 2022 kan ik zeggen dat de bomen al vroeg zijn ‘uitgelopen’, met andere woorden; door het mooie weer hadden de bomen al in toenemende mate bloesemknoppen gevormd. De knop is echter niet zover dat je ook al echt een bloem ziet die zich opent, het knopje is nog aardig gesloten. De gevallen sneeuw op de knop zorgt voor een mooi isolerend laagje. Dat sneeuwlaagje zorgt dan voor een temperatuur van 0 graden en dat kan de knop dus beschermen.
Komend weekend voorspelt men windstil weer temperaturen tot -2 graden. De kans dat ik de tuinen dan omgetoverd zie worden in een waterparadijs is dan groot. De continue verspreiding van water door de beregening zorgt er ook weer voor dat de bloemknop continue onder ijslaagje van 0 graden blijft. Een hoedje van ijs dus. Ik schrijf dit met enige rust want zojuist is er proef gedraaid met de beregening en alle sproeiers lieten water zien. De vrees zit tijdens deze koude nachten in het uitvallen van de pomp, dan valt de continue stroming boven de bloesemknop weg en dan wordt dat ijshoedje kouder dan 0 graden. Dat is een nachtmerrie. Ik slaap dus nog één nachtje rustig en daarna sta ik weer op scherp met mijn man. Ik vind het beschermen van de bloesem met de sproeiers een geweldige uitvinding. Het lijkt net of we het zo helemaal onder controle hebben, maar zoals ik vaker heb gezien zorgt de natuur soms wel voor een vreemde wending. Dat vertel ik graag een andere keer!